Elke leerling is uniek. Met eigen ambities en talenten. En leerdoelgericht onderwijs om hem/haar heen georganiseerd. Met voor elke leerling voldoende aandacht. In een duidelijke structuur, werkend aan persoonlijke doelen. Uitvoerbaar, betaalbaar, verantwoord en duurzaam. Waarbij leerlingen – zodra daar aan toe – begeleid de regie mogen pakken over hun eigen leerproces en -programma. Waardoor zij meer gemotiveerd naar school gaan. En in de snel veranderende wereld meer meekrijgen dan de uiteindelijke exameneisen van hen verlangen. Dit is het uitgangspunt van alle Nederlandse scholen die zich door Kunskapsskolan op het gebied van gepersonaliseerd onderwijs laten inspireren. ‘Maar de Kunskapsskolan Partnerscholen gaan duidelijk een stap verder’, zegt Willemien Noordhof, onderwijsdirecteur bij Kunskapsskolan Nederland.
‘Partnerscholen kiezen ervoor niet alleen het KED Programma als een model voor hun onderwijsorganisatie, maar ook het KED Quality Framework als uitgangspunt voor de kwaliteitszorg voor de school te hanteren (en om in dat proces samen te werken en te leren met andere scholen). Waarbij elk onderdeel in dienst van de leerlingen functioneert, hogere studieresultaten kunnen worden geboekt en de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen extra wordt gestimuleerd. Ouders en leerlingen tevreden zijn over de school, en leraren op een plezierige manier hun veelzijdigheid en professionele zelfbewustzijn kunnen laten zien. Binnen een gedegen, goed functionerende en financieel gezonde organisatie’.
Onzekerheid
‘Als ik met schoolleiders spreek’, vertelt Willemien, stellen zij mij regelmatig de vragen: hoe weet ik dat ik de goeie dingen goed doe. Hanteer ik in de transitie naar gepersonaliseerd onderwijs nog wel de juiste indicatoren? En hoe doen de andere scholen dat? Hoe kan ik van hen leren? En uiten daarbij ook iets van onzekerheid: ik weet waarop ik moet sturen, en weet ook wel dat ik met de goeie dingen bezig ben. Maar ik zie dan toch vaak de puzzel onvoldoende op zijn plek vallen. ‘Dit toont wat mij betreft het nut aan van de gemeenschappelijke taal die binnen het Kunskapsskolan onderwijsorganisatiemodel (Het KED programma) en het Kunskapsskolan kwaliteitsmodel wordt gehanteerd (het KED Quality Framework). En de noodzaak om vanuit doelen, taal, organisatieprincipes en de juiste cultuur te werken. Want met die gemeenschappelijke uitgangspunten kun je niet alleen het best mogelijke gepersonaliseerde onderwijs realiseren, je kunt ook met andere Partnerscholen een benchmark creëren. Om van elkaar te leren. Ook al zijn geen twee Partnerscholen hetzelfde en is er altijd sprake van een eigen school-identiteit. Dat zijn belangrijke toegevoegde waarden verbonden aan het zijn van Partnerschool. Bovendien hebben deze scholen ook directe toegang tot het internationale KED Network, waarin jarenlang en in verschillende nationale omgevingen ervaring is opgedaan die onderling wordt gedeeld.
Transitie
Maar het realiseren van goed gepersonaliseerd onderwijs is geen trucje of ‘quick fix’. Het vraagt om de complete transitie van een school langs drie lijnen: ‘creëren van leerdoelgericht onderwijs, ‘realiseren van de bijpassende professionele organisatie’, en het ‘vormgeven van de juiste professionele cultuur (want onderwijs is en blijft mensenwerk)’. Met, om een voorbeeld te noemen, een andere manier van werken door leraren, wier rol wordt verbreed naar die van coach, vakleraar, algemeen leraar en actief teamlid tegelijk. Kortom, een omgeving die het professionele zelfbewustzijn van leraren en schoolleiders stimuleert. Dit betekent volgens Willemien Noordhof dat niet elke Nederlandse school met een ambitie op het gebied van gepersonaliseerd onderwijs automatisch ook een kandidaat Kunskapsskolan Partnerschool is of moet willen zijn. ’Een vereiste is dat een school ook echt de wil heeft om het KED programma en Quality Framework als uitgangspunt voor de gehele school te hanteren. En dat binnen de school al een goed traject is doorlopen om samen een gedeeld doel, kader en begrip op te bouwen van wat er voor goed gepersonaliseerd onderwijs nodig is. Want de ervaring heeft ons inmiddels geleerd dat als dit niet het geval is, je onderweg al gauw moeilijk overbrugbare problemen tegenkomt.
Serie stappen
Aanhakend op dat noodzakelijke gedeeld doel, kader en begrip: het proces richting het worden van een Kunskapsskolan Partnerschool begint daarom ook met een 0-meting, een zogeheten formatieve audit. Als eerste in een serie stappen door het proces heen. Met daarin verder surveys onder leerlingen, ouders en leraren, een door de school opgesteld kwaliteit-ontwikkelplan, evaluaties onderweg en aan het eind een summatieve audit om vast te stellen of in voldoende mate het KED onderwijsprogramma en Quality Framework als uitgangspunt worden gehanteerd. Willemien Noordhof daarover: ‘Dit is puur bedoeld om bestuurders, schoolleiders en leraren te helpen de ontwikkeling te realiseren. Want ook in het Partnerschool-proces bemoeit Kunskapsskolan zich niet met de leerbelofte van de school richting leerlingen en ouders. Kunskapsskolan gaat nooit op de stoel van de leraar, bestuurder of schoolleider zitten. Dus blijft ook in dit proces de scheiding tussen privaat (Kunskapsskolan) en publiek (de school) strikt gewaarborgd. En hoewel het transitieproces niet mag worden onderschat, vormen veel van de genoemde procesonderdelen verdiepingen van wat scholen sowieso al (moeten) doen. Dus is het niet zo dat er in het proces naar Partnerschool voor onderwijsprofessionals ineens heel veel extra dingen bij komen.’
Vragen
‘Aan de andere kant dagen wij hen (en zij ons, en de – toekomstige – partnerscholen elkaar) – voortdurend uit het beste uit zichzelf te halen, om meer te bereiken dan zij ooit voor mogelijk hebben gehouden. Net zoals we dat binnen gepersonaliseerd onderwijs ook richting leerlingen doen. Door samen voor iedereen op elk vlak duidelijke (vervolg)doelen te stellen, steeds te evalueren of en hoe de doelen zijn gehaald en bij afwijkingen goed te kijken en actie te ondernemen. Waarmee feitelijk een driedubbelslag wordt geslagen:
1. systematisch werken aan de ontwikkeling van de school, 2. met elkaar het KED programma en Quality Framework gaan ‘leven’ en 3. structureel een lerende organisatie worden. Waarbinnen leerlingen het beste gepersonaliseerd onderwijs krijgen, leraren op een plezierige manier hun veelzijdigheid en professionele zelfbewustzijn kunnen laten zien, schoolleiders weten dat zij de goede dingen goed doen en scholen als geheel kunnen zien hoe zij dat ten opzichte van anderen doen. Precies zoals de Onderwijsinspectie het in haar oproep in de Staat van het Onderwijs 2019 heeft bedoeld. Leren en ontwikkeling van en met elkaar. Met uiteindelijk maar één doel: elke unieke leerling in de snel veranderende wereld meer meegeven dan de uiteindelijke exameneisen van hen verlangen.’