Schoolleiders hebben graag in- en overzicht in de ontwikkeling van leerlingen binnen hun school. Leraren en coaches houden binnen gepersonaliseerd onderwijs graag scherp in de gaten of hun leerlingen de vastgestelde leerdoelen halen. En ouders van leerlingen hebben de behoefte om te zien waar hun kind staat en naar toe beweegt. Toch heeft de Nederlandse onderwijsinspectie onlangs in De Staat van het Onderwijs 2019 aangegeven dat vernieuwende scholen in zijn algemeenheid nog te weinig reflecteren op de resultaten van het leerproces.
Voor Christian Wetell, Deputy Director International Operations bij Kunskapsskolan Zweden, is dit heel herkenbaar. Voor Kunskapsskolan Zweden is ‘Grade Management’ mede daarom zo belangrijk. Geen tool of dashboard, maar een gestructureerde manier van samenwerken tussen vakleerkrachten en coaches. Om leerlingen te helpen duidelijke, uitdagende en realistische doelen te stellen. Maar ook om schoolleiders, ouders en zelfs de scholen onderling beter inzicht te geven in de ontwikkeling van leerlingen.
Deze aanpak is in Zweden bovendien zo succesvol, dat hij nu wordt vertaald naar de Nederlandse context . In eerste instantie vooral gericht op de scholen in Nederland die binnen gepersonaliseerd onderwijs een stap verder willen gaan en het Kunskapsskolan onderwijsmodel – uiteraard in een Nederlandse context – volledig willen doorvoeren: de zogeheten Partnerscholen.
Inzicht
‘Wij weten’, vertelt Christian, ‘uit ervaring dat het voor leerlingen – want daar gaat het uiteindelijk natuurlijk om hen – heel belangrijk is inzicht te hebben in hun eigen ontwikkeling en actief betrokken te zijn bij het stellen van doelen voor de korte, middellange en lange termijn. Met behulp van Grade Management kunnen we vaststellen of de verwachtingen – van de leerling zelf, maar ook van de leerkrachten en coaches – reëel en uitdagend genoeg zijn’, aldus Wetell.
Grade Management kent per jaar vier evaluatiemomenten. Gevolgd door een aantal acties. Ten eerste stellen vakleerkrachten en coaches elkaar de vragen: hebben wij voldoende gedaan en wat kunnen wij nu nog doen om de leerling verder te helpen. Deze evaluatie vormt input voor zowel de vakleraren als de coach van een leerlingen. Om zo een verbinding te creëren tussen het leerproces, de planning en de wekelijkse coaching. Om daarna het gesprek aan te gaan met de leerling. Waarbij gezamenlijk wordt vastgesteld of de eerder vastgestelde doelen nog steeds duidelijk, uitdagend en realistisch zijn en wat de beste strategieën zijn om ze te realiseren. Hierdoor ontstaat een proces in dienst van de leerling. De leerling krijgt steeds meer grip op zijn/haar doelen en ontwikkeling. De school heeft zicht op elke individuele leerling. Deze vier evaluatiemomenten dienen dus niet alleen de korte termijn, maar ook de lange termijn. Het team evalueert ook: wat kunnen wij hiervan leren voor de leerlingen die volgende jaar aan deze doelen werken? Wat kunnen we structureel beter plannen of aanpassen in onze leeractiviteiten.
‘Wij hebben in Zweden vastgesteld dat dit goed werkt’, vertelt Christian. ‘In de eerste plaats natuurlijk voor de leerlingen. Want het helpt hen enorm om inzicht te hebben en te houden in hun doelen en eigen ontwikkeling. Daarnaast krijgen vakleerkrachten en coaches een veel scherper beeld van hoe hun leerlingen zich ontwikkelen en wat zij kunnen doen om leerlingen te ondersteunen. En als school krijg je zicht en grip op de verwachtingen die jouw leraren hebben van leerlingen. Bovendien, omdat er rapportages op verschillende niveaus worden gemaakt (individueel, op teamniveau, per school en nationaal) krijgen schoolleiders en bestuurders een veel completer beeld van de leerlingen en de toegevoegde waarde van hun onderwijs. En krijgen ouders ook nog eens een veel gedetailleerder inzicht in de schoolloopbaan van hun kind’.
Vertaald
De aanpak wordt nu dus vertaald naar de Nederlandse context . Samen met de toekomstige/potentiële Partnerscholen van Kunskapsskolan. Christian daarover: ‘Deze manier van werken is fundamenteel anders dan wat men in met meer traditionele onderwijs gewend is. Daar hebben we de traditionele rapportvergaderingen waarin vooral de tussen of eindstand wordt opgemaakt. Maar Grade Management levert op termijn veel meer inzicht op en mogelijkheden om je te ontwikkelen als team en organisatie. En ook data die – uiteraard gecorrigeerd voor de privacy – over de scholen heen kan worden uitgewisseld. Precies zoals de Onderwijsinspectie in De Staat van het Onderwijs 2019 suggereert.’
Nut
Christian Wetell is er dus van overtuigd dat Grade Management ook in Nederland zijn nut zal bewijzen. ‘Ik zie binnen gepersonaliseerd onderwijs op de Nederlandse scholen geweldige ontwikkelingen. En het is goed om van elkaar te leren. Daarvoor hebben wij ook het internationale Kunskapsskolan Netwerk. Het gaat er nu om qua Grade Management de juiste structuur en het juiste proces voor de Nederlandse situatie te creëren. Zodat we de leerlingen nóg beter kunnen betrekken bij hun eigen ontwikkeling. Hen nog beter kunnen begeleiden en helpen meer te bereiken dan zij zelf ooit voor mogelijk hebben gehouden. Plus inzicht over de scholen heen creëren. Zodat ook op dat vlak uitwisseling kan ontstaan en scholen elkaar verder kunnen helpen’. De (door)ontwikkeling van het Nederlandse Grade Management variant begint na de zomervakantie.