300 internationale experts in UNESCO rapport
Tachtig procent van alle ouders, docenten en leerlingen in de wereld vragen van het onderwijs dingen die gepersonaliseerd leren kan bieden. Deze conclusie staat in een vorige maand verschenen rapport van de UNESCO, waaraan 300 experts uit 45 landen sinds 2019 hebben gewerkt. Het onderwijsrapport concludeert dat elke leerling anders leert, en dat het ontvangen van onderwijs dat daarbij aansluit daarom als een mensenrecht moet worden beschouwd.
Het UNESCO rapport – een initiatief van het Indiase UNESCO Mahatma Gandhi Instituut voor Onderwijs voor Vrede – is naar eigen zeggen de eerste keer dat een zo grote groep experts en wetenschappers van over de hele wereld samen hebben gewerkt aan één gemeenschappelijke visie op onderwijs. Met vanuit Nederland als co-voorzitter professor Nienke van Atteveldt – professor of ‘Neuroscience & Society: Mind Brain and Education’ aan de Vrije Universiteit in Amsterdam – en VU-docent (Ontwikkelingspsychologie) Marieke Buil als onderzoeker.
Meritocratie
In het rapport wordt benadrukt dat het huidige onderwijsbeleid in de wereld, ook in Nederland, te veel is gefocust op meritocratie (een samenleving waarbij ieders sociaaleconomische positie wordt bepaald aan de hand individuele verdiensten). En aldus onbedoeld de ongelijkheid (heeft) vergroot, vormen van elitarisme bevordert en het individu benadrukt.
Deze werkelijkheid, geven de experts aan, moet wereldwijd worden doorbroken. Dus moet in het onderwijs de nadruk verschuiven van verdiensten naar leerpotentieel en moeten – volgens de zogeheten ‘whole brain aanpak’ – zowel de cognitieve als sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen worden gestimuleerd. Elke leerling is uniek en het onderwijs moet aansluiten bij zijn/haar startpositie. Daarmee zou de leerling – en het onderwijs – zich moeten focussen op een ‘competitie met zichzelf’, door zich te ontwikkelen in zijn eigen tempo op basis van zijn eigen capaciteiten. En dus niet een competitie met een ander, waardoor vooral de sterksten in het daglicht staan. Dit is de beste basis voor het regelmatig evalueren van studieresultaten en voortgang (formatief assessment).
Het doel is, stellen de experts, om het onderwijs wereldwijd zo te ontwikkelen dat het bijdraagt aan vrede en duurzaamheid. ‘Want zonder deze ontwikkeling kunnen we deze vreedzame en duurzame wereld niet realiseren. Dus heeft de wereld meer scholen nodig die leerlingen in staat stelt hun volle potentie te benutten. Als natuurlijke grondstof die te belangrijk is om ongebruikt te laten.’ En trekt het rapport de conclusie dat onderwijs aansluitend op deze doelstellingen als een mensenrecht moet worden beschouwd.
Kunskapsskolan
De oprichter van Kunskapsskolan in Zweden, Peje Emilsson, heeft de afgelopen jaren – op uitnodiging van het UNESCO Mahatma Gandhi Instituut voor Onderwijs voor Vrede – als een van de 300 experts meegewerkt aan het onderzoek. Hij heeft daarbij naar eigen zeggen een lans gebroken voor meer wereldwijde samenwerking binnen en rond het onderwijs. Bijvoorbeeld door het ontwikkelen van internationale curricula. ‘Dit sluit aan bij de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling die zijn opgesteld door de Verenigde Naties. Om een duurzame wereld te bereiken, hebben we onderwijs nodig waar studenten leren over de hele wereld, niet alleen over de geschiedenis van hun eigen land. In de toekomst hebben we meer wereldwijde overeenstemming nodig over wat kinderen moeten leren,’ aldus Emilsson bij de presentatie van het UNESCO rapport.
De aanbevelingen van het rapport onderlijnen niet alleen de noodzaak voor gepersonaliseerd onderwijs, ze vormen ook een wetenschappelijke onderbouwing voor het Kunskapsskolan onderwijs dat de afgelopen 20 jaar in Zweden is ontwikkeld en inmiddels op een aantal scholen in Nederland wordt aangeboden. Want ook hier geldt als uitgangspunt dat elke leerling uniek is, in staat moet worden gesteld om in het eigen tempo en op het eigen niveau te leren binnen onderwijs dat een balans kent tussen kennisvergaring en persoonlijke ontwikkeling. Nauw aansluitend bij wat de UNESCO experts ‘onderwijs dat jonge mensen voorbereidt op regie over hun toekomst’ noemen. Niet alleen in termen van burgerschap en maatschappelijke doelstellingen, maar ook aansluitend op wat op de arbeidsmarkt aan vaardigheden van medewerkers en ondernemers wordt gevraagd.
Bouwstenen
Het UNESCO rapport geeft aan geen beleid te willen voorschrijven, maar bouwstenen en inzichten te willen aanreiken om onderwijsprofessionals en beleidsverantwoordelijken over de hele wereld in staat te stellen het onderwijs te verbeteren. Tegelijk stelt men wel vast – kijkend naar leerlingen, ouders en docenten – dat de overgrote meerderheid van deze doelgroepen toegevoegde waarden binnen het onderwijs zoekt die nauw aansluiten bij het gedachtegoed rondom gepersonaliseerd leren. Met daarbij de constatering dat in veel delen van de wereld – ook in Nederland – in de onderwijs realiteit van vandaag deze principes nog maar in beperkte mate worden toegepast. En er dus nog veel werk is te verzetten vóór de huidige nadruk op de cognitieve ontwikkeling van leerlingen wordt vervangen door een balans tussen kennis, persoonlijke ontwikkeling en praktische vaardigheden die zowel de meritocratie-realiteit doorbreekt als de huidige kansenongelijkheid bestrijdt.
De in 1946 opgerichte UNESCO is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties met als missie het bijdragen aan de vredesopbouw, armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en interculturele dialoog door onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie.
Lees hier het hele rapport ‘Reimagining Education: The International Science and Evidence based Education Assessment’ van het UNESCO Mahatma Gandhi Institute of Education for Peace and Sustainable Development (MGIEP) dat op 22 March 2022 is gepubliceerd.